In TICA worden de katten verdeeld gekeurd in de volgende klassen: Volwassen katten, Kittens (4 – 8 maanden), Kastraten, Huiskatten en Huiskat kittens (4 – 8 maanden). Er zijn 2 typen ringen: Specialty (SP) en Allbreed (AB). Bij een SP ring kiest de keurmeester in de finale alleen langhaar of korthaar katten. Bij een AB ring “strijden” de langharen en de kortharen tegen elkaar om een plek in de finale. In dat geval is de “concurrentie” voor een plek in de finale dus groter en staan er zowel korthaar als langhaar katten samen in dezelfde finale. Op een showdag keurt een keurmeester alle aanwezige katten! Dus bij een show met vijf keurmeesters wordt de kat vijf keer beoordeeld door vijf verschillende keurmeesters. Op deze manier krijgt de exposant een goed gewogen beeld hoe goed de kat voldoet aan de rasstandaard in vergelijk met de andere aanwezige katten van hetzelfde ras, maar ook van alle aanwezige raskatten!
Bij een keuring van een kat beoordeeld de keurmeester in hoeverre de kat voldoet aan de rasstandaard. Er zijn maar heel weinig 100% perfecte katten, dus de keurmeester beoordeeld welke van de aanwezige katten het beste voldoet aan de standaard.
De keuring vindt plaats per ras. Per ras worden eerst alle katten van dezelfde kleur met elkaar vergeleken, daarna alle katten van dat ras welke in dezelfde divisie zitten. Een divisie is een groep van kleuren met dezelfde eigenschappen. Bijvoorbeeld zwart, wit en blauw zijn allemaal eenkleurige katten en vallen hierdoor in de Solid Division. Vervolgens wordt bepaald welke katten de keurmeester de beste van dat ras vond.
Nadat alle katten van een bepaalde klasse (bijvoorbeeld kittens) zijn gekeurd, moet de keurmeester bepalen welke hij de beste katten van deze klasse vond. Deze katten komen in aanmerking voor een finale.
Bij een TICA show worden de katten volgens een zogenaamd ringen systeem gekeurd. Deze naam is eraan gegeven vanwege hoe de keurruimte is opgesteld. In tegenstelling tot kattenshows waarbij een keurmeester aan een tafeltje de kat beoordeeld en een rapport schrijft, gaat het bij TICA dus wat anders.
Bij een TICA show heeft iedere keurmeester zijn eigen keurruimte. Hier zijn in een ring een aantal kooien opgesteld met in het midden de keurtafel van de keurmeester. Iedere kat die inschreven is voor de show heeft een eigen nummer. Wanneer de kat aan de beurt is om gekeurd te worden, wordt het nummer van de kat omgeroepen en naar welke ring de kat gebracht moet worden.
De exposant plaatst zijn / haar kat zelf in de kooi. Daarna kan de exposant voor de ring zitten en de keuring bekijken. Het is niet de bedoeling dat de exposant bij de kooi blijft staan of met de keurmeester in gesprek gaat. De keurmeester haalt de kat eruit en keurt deze op de tafel.
Wanneer er dingen zijn die de keurmeester moet weten, dan kan de exposant dat aan de clerk laten weten. De clerk zit aan de tafel van de keurmeester en zorgt ervoor dat alles in de ring goed verloopt.
De keurmeester haalt de kat uit de kooi en met deze actie begint al gelijk het keuren. Met het oppakken beoordeelt de keurmeester bijvoorbeeld al het gewicht, de bouw en de vacht structuur van de kat. Op te tafel bekijkt de keurmeester meer in detail. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar het hoofd, lichaam, staart en de vacht, maar ook of de kat goed gebouwd is en bijvoorbeeld geen last heeft van cow hocking. Iedere ras heeft naast algemene ook specifieke kenmerken waar een keurmeester extra op zal letten tijdens de keuring. Dit staat allemaal beschreven in de rasstandaard van het betreffende ras.
Wanneer de keurmeester klaar is met uw kat, zet de keurmeester uw kat terug in de kooi. U mag uw kat er pas uithalen wanneer het nummer op de kooi plat neer wordt gelegd door de keurmeester of door de clerk. Dit is in TICA het teken dat de keurmeester klaar is met de keuring van de desbetreffende kat.
U krijgt bij TICA geen geschreven rapport. Als u wilt kunt u zelf de resultaten van uw kat bijhouden in de catalogus. Wanneer u in de catalogus kijkt ziet u dat er voor en achter de naam van uw kat een stippellijn staat. Links is voor de resultaten op zaterdag en rechts voor de resultaten op zondag. Bovenaan de pagina staan de afkortingen van de keurmeesters. Op de stippellijn kunt u de resultaten van uw kat opschrijven in de kleurklasse. Dit doet u door middel van een 1, 2, 3, 4 of 5 op te schrijven. Welke plaats uw kat in zijn kleur heeft behaald kunt u zien aan de kleur ribbon (lint) welke de keurmeester op uw kooi hangt.
Verder ziet u in de catalogus ook BOD en/of BOB staan. Hierachter vult u de katnummers in die 1e, 2e en 3e Best Of Division (BOD) en/of Best of Breed (BOB) zijn geworden.
Wanneer uw kat een plaats in de finale heeft behaald, noteert u het resultaat op de desbetreffende pagina die zich meestal achter in de catalogus bevindt.
Wanneer dat allemaal heel ingewikkeld lijkt? Geen probleem, bij onze club krijgt ook iedere exposant een digitale catalogus met alle uitslagen na de show.